Tijdens de afgelopen ouderbijeenkomst heb ik een aantal tips van Ruurd gedeeld. Ruurd heeft 2 kinderen van 12 en 8 jaar, die al jarenlang lessen bij ons volgen. Graag deel ik zijn tips hier met jullie, hopelijk inspireren ze jullie om thuis op een pro-actieve manier met het Nederlands bezig te blijven en vooral om door te zetten.

 

Mijn ervaring: als je kinderen het leuk vinden, dan leren ze veel beter en krijgen ze de Nederlandse taal ook prima onder de knie. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?

Je moet er behoorlijk wat tijd in investeren. Dus als je dit niet van plan bent of niet kan, dan moet je kindje het allemaal helemaal alleen voor elkaar krijgen. Dat is minder leuk, zeker niet als ze niet weten waarvoor ze het doen. Dus: doe je best maar onthoud dat het is iets van de lange adem.

 

Houd het leuk en simpel en hou vooral vol!

–          Als je kinderen nog klein zijn, herhaal dan continu woorden van dingen die ze bijna dagelijks zien. De eerste woorden van mijn zoontje waren: “auto” en “maan”. Hij zei eerst wat in het Nederlands voordat hij Spaans praatte! Het eerste woordje van mijn dochtertje was “koe”. We waren stomverbaasd. Eén lettergreep woorden zijn heel makkelijk te onthouden woorden voor kinderen, zeker als het dingen zijn uit het dagelijkse leven. In dat opzicht heeft Nederlands een streepje voor op Spaans, want de meeste Spaanse woorden hebben twee lettergrepen.

 

–          Begin van jongs af aan Nederlands te praten met je kinderen en houd het vol. Bij mijn eerste kindje heb ik jarenlang moeten wachten tot hij wat zei in het Nederlands. Meer dan eens heb ik gedacht: “waar doe ik het in godsnaam voor!”. Maar uiteindelijk begon het toch te komen.

 

–          Probeer zo min mogelijk over te stappen op Spaans of Engels als ze iets niet begrijpen. Uiteraard kan je het soms wel doen, maar maak er geen gewoonte van. Op die manier zullen ze begrijpen dat ze met papa of mama toch echt Nederlands zouden moeten praten.

 

 

Geef Nederland en de Nederlandse taal een plek in het gezin.

–          Als je kinderen al wat ouder zijn dan zullen ze vaker Spaans of Engels praten tegen je, afhankelijk van welke taal zij denken dat jij het beste begrijpt. Ga daar niet in mee en geef aan waarom je het belangrijk (en fijn) vindt als je Nederlands kan praten met je kinderen. Persoonlijk vind ik dat er niets leukers is dan je uit te kunnen drukken in je eigen moedertaal en zo een band op te bouwen met je kinderen. Ik geef het ook vaak aan: Spaans kunnen ze praten op school, met vriendjes, met Spaanse familie, in de speeltuin, maar het enige moment dat ze met papa of mama Nederlands moeten praten kunnen ze toch wel doen? En ik vind het zo fijn als ik met iemand in mijn eigen taal kan praten en helemaal als het met hen kan. Het werkt uitstekend bij mij thuis!

 

–          In dat opzicht kan je er ook een leuk spelletje van maken. Ik zeg vaak genoeg “pollootje” als ik “kippetje” wil zeggen. Dat vinden ze grappig, soortgelijke woorden zijn mijn kinderen ook gaan verzinnen. Aan de andere kant ging mijn familie moeite doen om Spaanse woordjes te leren en dat vinden de kinderen ook weer leuk. Het “cerrar la porta!” van opa als we in Nederland logeren is al een cultzinnetje geworden. Op die manier krijgen de vreemde talen een plek in het gezin.

 

–          Uiteraard is het ook een goed idee als je de Nederlandse cultuur hoog kan houden thuis. Sinterklaas is bij ons vaste prik en die komt elk weekend in november de schoen vullen bij alle Nederlandstalige kindjes in Spanje. Er wordt ook flink gezongen in het Nederlands. Verder hebben we zat Nederlandse spulletjes thuis: van allerlei figuurtjes en beeldjes tot tulpenlampen…maak de Nederlandse cultuur zichtbaar en laat het een plek innemen thuis.

 

Geef vooral complimenten!

–          Wees ook geduldig in het luisteren. Kinderen hebben zeker in het begin hartstikke veel moeite met het uitdrukken en vinden dat wellicht ook eng, ze kunnen zich er voor schamen. Moedig het aan dat ze zinnetjes maken in het Nederlands, luister geduldig, laat ze zin voor zin rustig wat zeggen en herhaal wat ze zeggen. Geef ook aan dat ze een knappe zin hebben gemaakt en dat je het geweldig vindt dat ze dit kunnen. Er is toch niets mooier dan een trotse papa of mama?

 

–          Dat is ook zo met familie in Nederland. Wellicht ligt het aan de familie die je hebt, maar mijn familie is hartstikke enthousiast. Opa en oma geven heel vaak aan dat ze het geweldig vinden dat ze zo goed Nederlands kunnen en met hun kleinkinderen kunnen praten. Een zus van mij zei een keer tegen mijn zoontje: “ik vind het zo stoer dat ik met mijn neefje gewoon in het Nederlands kan praten” en hij kreeg een dikke kus. Hij was hartstikke trots.

 

Maar vergeet niet je kinderen te corrigeren.

–          Je moet het niet té vaak doen en zeker niet onderbreken tijdens een zin, want dan ontmoedig je ze, maar Nederlands corrigeren mag en hoort ook. Wanneer? Toen ik voor de zoveelste keer “noe” hoorde in plaats van “nu” had ik er ook genoeg van en dan oefen je het een paar keer. Andere lastige letters zijn de “v” en “w” en “ng” en kan je het beste vaak oefenen, zoals tijdens het lezen woorden met dat soort letters door je kinderen laten lezen. Verbeter na een zin ook de belangrijkste elementen die fout gingen en niet alle, zodat ze stukje bij beetje hun taalbehandeling gaan verbeteren.

 

Naast praten is lezen de beste manier om de taal te verbeteren!

–          Houd er rekening mee dat jouw kinderen een iets lager taalniveau hebben dan kinderen in Nederland, zeker in het begin. Al die lastige klanken in het Nederlands en het niet dagelijks beoefenen van de taal zorgde er bij mij voor dat ik bijna alle boekjes met woordjes die kleine kinderen in Nederland zelf kunnen lezen de deur uitgooide. Wat beter werkt is samen met ze lezen. Probeer bij te houden waar ze in de Nederlandse les mee bezig zijn. Bijvoorbeeld: zijn ze met woordjes bezig met de “ou” en “au” laat je kindje dan die woordjes zelf hardop zeggen als je een boekje met ze leest. Gebruik daarnaast ook boekjes met veel plaatjes.

 

–          Als je nog boeken hebt die jij vroeger las dan kan je ze waarschijnlijk wel weggooien. Ik gaf mijn zoontje ooit een boekje van Pietje Bell dat ik las in de jaren 80 en toen hij zei dat hij er niets van begreep sloeg ik het eens open en dacht: “dit is inderdaad verschrikkelijk oubollig”. Al die jaren boeken bewaard voor niks! Kijk een beetje naar wat voor soort Spaanse boeken ze lezen en zoek iets dergelijks, wellicht een niveautje lager dan dat ze in Nederland zouden hebben qua leeftijd. Heb je nog leuke strips van vroeger: die kan je zeker gebruiken! Suske en Wiske zijn tijdloos, Lucky Luke en Asterix en Obelix natuurlijk ook. Zelf was ik een groot fan van absurde strips als Gilles de Geus, en laat dat nou net een Nederlander zijn die vocht tegen de Spanjaarden. Daar voelen je kinderen meteen een band mee. Een veel betere strip is er nauwelijks te krijgen! Op die manier houd je het leuk en verplicht je ze niet altijd een boek te lezen, maar van boeken pikken ze wel de meeste woordenschat op.

 

Onthoud wat werkt en niet werkt en dring het vooral niet op.

–          Het klinkt simpel, maar je zou het kunnen vergeten. Wij hebben bijvoorbeeld thuis weinig Nederlandse televisie gekeken met de kinderen. Ik kon zelf vaak nauwelijks verstaan wat ze in sommige teken- en kinderfilms zeiden of schreeuwden. Duidelijk en rustig praten en articuleren is er tegenwoordig niet meer bij. Maar er zijn wel tekenfilms die geschikt zijn om Nederlands te leren, zoals Peppa Pig. Mijn ervaring was verder dat nagesynchroniseerde kinderspeelfilms beter te verstaan zijn. Dan hebben we het dus over ingesproken Scandinavische en Duitse films. Ook als ze voor de zoveelste keer dezelfde film willen kijken en er is een Nederlandstalige versie beschikbaar, dan is die uitstekend om eens op te zetten want het verhaal kennen ze nu wel. Verder houden we thuis Nederlandse tradities hoog, dus thematische films als die met Sinterklaas doen het altijd goed.